Van Hemmen in Brabant

 

 

1. De nalatenschap van Jacobus Couwenberg

 

De laatste molenaar in de familie van Hemmen, Hendrik van Hemmen is in 1820 in Den Haag overleden. Hendrik had twee broers en twee zussen. De twee broers en een zus zijn waarschijnlijk jong overleden. Zijn zus Hendrica is getrouwd met Jacobus Couwenberg.

Jacobus Couwenberg was suikerbakker in Den Bosch. Jacobus en Hendrica woonden aan de Pensmarkt.

 

Couwenberg was een bekende molenaarsfamilie uit de omgeving van Tilburg, Udenhout, Oisterwijk en Loon op Zand. Jacobus is afkomstig uit Strijp, bij Eindhoven.

 Volgens het boek:  ‘Aandenken aan de overwinnaar : 500 jaar familiegeschiedenis’, over de familie Couwenberg, van B. en M. Couwenberg, sluit de tak van Jacobus aan bij die uit Loon op Zand in de 16e eeuw. Of de familie van Jacobus ook nog molenaar was wordt niet vermeld.

 

Jacobus Couwenberg is 25 jaar ouder dan zijn echtgenote. Op 25 mei 1813 laat Jacobus een testament maken en benoemt zijn vrouw, met wie hij in gemeenschap van goederen is gehuwd, tot zijn enige erfgename. Hendrica is dan, op 39-jarige leeftijd, zwanger van hun eerste kind. Jaques Rudolph wordt op 28 juni 1813 geboren. Hij overlijdt 4 maanden later.

 

Op 20 januari 1821 overlijdt Jacobus. In de memorie van aangifte der nalatenschap staan de bezittingen van het echtpaar.

 

Onroerende goederen in Den Bosch:

-          Twee huizen naast elkaar aan de Pensmarkt in Den Bosch. In het ene, ‘Liefkenshoek’ geheten, (nu nr. 6) woonden Jacobus en Hendrica. Het andere, ‘De Zwaan”, (op nr. 8) was verhuurd voor 290 gulden per jaar. Waarde wordt geschat op 7000 gulden.

-          Een huis aan de Doode Nieuwstraat, waarde 600 gulden.

-          Een huis aan de Grote Markt, ‘De Regenboog’, (nu Schapenmarkt nr. 3), 3500 gulden.

-          Een huis aan de Postelstraat, ‘Het Lam’, (nu nr. 34), 2000 gulden.

-          Een huis aan de Hinthamerstraat, 1200 gulden.

Allen verhuurd.

 

 

 image001.jpg   

Pensmarkt, rond 1930. Het vierde huis van rechts, hotel de Gouden Leeuw , heette destijds Liefkenshoek en was het woonhuis en de bakkerij van Jacobus en Hendrica. Het derde huis van rechts, nr 8,  was verhuurd. Het pand van V&D aan de andere kant stond er toen nog niet. Het pand van V&D en het hotel zijn in 1938 afgebrand. Nr  8 staat er nog steeds.

 

In Liempde:

-          Een perceel schaarbos (hakhout), waarde geschat 280 gulden.

In Boxtel:

-          In totaal 14 percelen schaarbos, teelland en houtveld, en een huis met stal en schuur (550 gulden), gelegen in het gehucht Gemonde, totale waarde 4480 gulden.

In Sint Michielsgestel:

-          Een perceel teelland in Gemonde van 400 gulden. (De grenzen van verschillende gemeentes liepen door Gemonde)

In Schijndel:

-          Een perceel land in Gemonde van 300 gulden

In Sint Oedenrode:

-          Een huis (650 gulden), een huis met stalling en schuur ‘Biesbusselen’ geheten (1000 gulden) en vier percelen teelland en houtbos in Gemonde, Bersselaar, totaal 2710 gulden

-          Achterstallige huren voor 234 gulden.

 

Nog te ontvangen huur: 1030 gulden

Aandelen en obligaties: 5366 gulden en 7 cent

Meubilair, goederen, huisraad, winkel en koopmansgereedschappen (van de suikerbakkerij), waarde geschat 4500 gulden

Koopmans en winkelwaren, waarde geschat 3500 gulden

Contant geld 223 gulden

 

En dat maakt opgeteld de somma van 37323 gulden en 7 cent.

Daar staan wel een aantal schulden tegenover. Zo zijn er ‘lopende koopmansschulden’ van 4236 gulden. En Jacobus had van enkele personen geld geleend, zodat het uiteindelijke kapitaal van Jacobus en Hendrica uitkomt op 20762 gulden en 7 cent.

Een groot deel van de bezittingen was blijkbaar met geleend geld betaald.

De waarde van de huizen in Den Bosch is zelfs nog minder dan de schulden. Hendrica kan de handel van haar man voort zetten of de boel verkopen.

 

 

2. De nalatenschap van Hendrica van Hemmen

 

Voorlopig houdt ze haar bezittingen. In 1822, tijdens de volkstelling van Den Bosch, woont Hendrica nog aan de Pensmarkt en wordt nog vermeld dat ze koekbakster is.

Ook uit de kadastrale gegevens van 1832 blijkt dat Hendrica dan nog eigenaresse is van de huizen in Den Bosch

 

Op 27 juni 1837 laat Hendrica van Hemmen een testament maken waarin ze Jan Jacobus van Hemmen benoemd tot haar erfgenaam. Jan Jacobus is een van de kinderen van haar broer Hendrik van Hemmen.

Na 1837 verkoopt ze de huizen in Den Bosch, en gaat in Gemonde wonen, onder de gemeente Sint Oedenrode, in een huis dat ze ‘Huize Montfroid’ gedoopt heeft, ter nagedachtenis aan Couwenberg, haar overleden man.

 

 image002.jpg

De Koepel, voorheen Huize Montfroid genaamd. Foto: Ad Kuppens, Natuurlijk Gemonde.

 

Het huis is gebouwd aan het einde van de 18e eeuw, waarschijnlijk als jachthuis. Later is het met o.a. een koetshuis uitgebreid. Het is niet duidelijk of het door Jacobus Couwenberg zelf of door zijn familie is gebouwd. In de nalatenschap van Jacobus wordt het “De Biesbusselen” genoemd (de biezen manden). Hendrica noemt het “Montfroid” (Couwenberg op z’n Frans), en het is bekend dat er onder die naam in 1862 een protestantse school gevestigd was. Later wordt het weer een woonhuis en krijgt de naam “De Koepel”. Het pad waar het huis aan ligt is naar Couwenberg genoemd en heet Koudenberg en is een zijstraat van de Koudenbergstraat in Gemonde. Gemonde valt nu onder de gemeente Sint Michielsgestel en het huis is sinds 2004 een gemeentelijk monument.

 

Op 21 januari 1840 herroept ze haar testament en laat aan Jan Jacobus  na ‘een houtbosch genaamd Monplaisir met het daarin gelegen bouwland’ in Gemonde, gemeente Boxtel. (Monplaisir is een nog bestaande straatnaam in Gemonde.)

Wat er dan overblijft van haar bezittingen laat ze na aan Jan Jacobus van Hemmen, Peter Johannes van Hemmen en Hendrika van Hemmen, de drie jongste kinderen van haar broer Hendrik, ieder voor een derde. Deze drie kinderen zijn geboren na het overlijden van haar zoon Jaques Rudolph. De oudere kinderen van haar broer Hendrik worden niet genoemd.

 

Op 11 juli 1842 wordt er opnieuw een testament opgesteld, dit keer met nog meer erfgenamen.

De pastoor van de kerk van Gemonde zal ontvangen voor ‘een zevende met 12 solemnelen maandstonden’ en het ontsteken van 80 oude ponden waslichten voor aanvang van de mis, een bedrag van 60 gulden. Voor de zangers 20 gulden. Voor de misdienaars 4 gulden. En voor nog eens 20 missen 20 gulden.

De vier kerken van haar voormalige woonplaats Den Bosch worden ook bedacht, met ieder 5 gulden voor een dienst, waarbij dan wel de kinderen van het Roomsch Armen Weeshuis aanwezig dienen te zijn.

Voor het Instituut van Den Bosch (?) in de persoon ven mej. Magdalena Coppens een bedrag van 200 gulden.

Voor het Roomsch Armen Weeshuis 200 gulden.

Voor Juliana Louisa Regina Lowet, dochter van Martinus Lowet en Adriana Vos van Avezaet een bedrag van 50 gulden per jaar.

Voor de vier kinderen van Gijsbertus van Oorschot in zijn twee huwelijken met Johanna van Son en Antje Marks verwekt, ieder 25 gulden.

Voor Christina van Liempt, mits die op de dag van haar overlijden nog bij haar inwoont, 100 gulden.

Wat de relatie is van Hendrica met deze personen is niet bekend.

 

En van wat er dan overblijft voor Jan Jacobus, Peter Johannes en Hendrica ieder een derde.

Jan Jacobus is dan heel wat van zijn bevoorrechte positie kwijtgeraakt. Nicht Hendrika wordt nog wel extra bedacht, zij zal krijgen ‘alle mijne klederen en lijfstoebehoren, lijfsierraden als goud, zilver en juwelen daarvan echter uitdrukkelijk uitgezonderd.’

 

image003.jpg

‘Dit is mijn s testement , Wed J Couwenberg’

 

Hendrica heeft het blijkbaar aan voelen komen. Ze overlijdt een maand later, op 8 augustus 1842.

 

Noord Brander 13-8-1842.JPG

Advertentie Noord Brabander 13 augustus 1842

 

Om de erfenis te kunnen verdelen wordt een beschrijving van de inboedel opgemaakt.

 

Hiervoor komen op 1 september 1842 bijeen: de notaris, twee getuigen en Martinus van Hirtum, linnenwever en beëdigd schatter, en voor de erfgenamen:

-          Jan Jacobus van Hemmen, zonder beroep wonende te Gemonde (25 jaar), tevens voogd van zus Hendrika (20 jaar en minderjarig)

-          Peter Jacobus (eigenlijk Peter Johannes), bakkersgezel te Waspik (23 jaar)

-          En Huibertus Nefkens, sluiswachter te Hedikhuizen, in zijn hoedanigheid van toeziend voogd over Hendrica. Huibertus is een oom van Hendrika.

       

image004.jpg

Handtekeningen Jan Jacobus en Peter van Hemmen

 

Er wordt overgegaan tot opname van de inboedel. Hieronder worden de ruimtes vermeld, met de inventaris, en de totale waarde. Het geeft een aardige indruk van de indeling en inrichting van Huize Montfroid. Het originele document noemt de prijs per onderdeel. Het loon bedroeg in die tijd ongeveer een gulden per dag voor een arbeider.

 

-          In de benedenzaal: oa. canapé, spiegels, tafel, stoelen met rieten en lederen zitting, voetenbankjes, terrines, schotels, pasteipotten, glazen, borden, schalen, kop en schotels, 77 gulden en 75 cent

-          In de boven zijkamer: oa. ledikant met vederen bed, peluwen, ‘roode baayen onderbroek’, spiegel, portretten, bureau, 81 gulden en 75 cent

-          In de kleine voorkamer: oa. ledikant met hemel en witte katoenen gordijnen, vederen bed, peluwen, haren matras, strozak, dekens, sprei, stoelen en tafel, 83 gulden en 15 cent

-          In het kleine zijkamertje uitzicht hebbend op het hek: oa. spiegel, ledikant, tafel, stoelen, 16 gulden en 85 cent

-          Op de zolder: een partij vlasbollen, oude planken, bloempotten, rommel, 5 gulden en 45 cent

-          Op den gang: tuinbank, 50 cent

-          Op de provisiekamer uitziende op de achtertuin: oa. roodverlakte theeblad met 17 vergulde pronkkopjes en 21 dito schoteltjes, koffijkan, trekpot, suikerpot, melkkan en spoelpot, stoof, bierglazen, schilderijen, potten, koperen braadpannen, allerlei keukengerei, 90 gulden en 70 cent

-          In de mangelkamer: mangel, 21 gulden en 30 cent

-          In de schuur: koetskar met toebehoren, hoogkar met hoogbord, een partij rogge (80 gulden), partij gedorst stro (1 gulden 50), een partij hooi (200 gulden), 3 varkens (24 gulden), kafmolen, hark, schoffel, gedorste haver, totaal 361 gulden en 50 cent

-          In de koestal: aardkar (14 gulden), 1 witbonte, 1 zwartbonte en 1 zwarte koe (samen 110 gulden), een bruin merriepaard (80 gulden), een kalf (7 gulden), ‘een gevende gijt’ (melkgevende geit, 3 gulden), rieken, gaffel, schop, hark etc., totaal 230 gulden en 5 cent

-          Op de werf: oa. kruiwagen,trap, brandhout, eg, ploeg, 21 gulden

-          In de schop: heijturf en mest, 5 gulden en 50 cent

-          In de groote keuken: tafel, stoelen, bed, strozak, allerlei keukengerei, 66 gulden en 70 cent

-          Op de opkamer: bed, 9 gulden en 16 cent

-          Op de goot: emmers, potten, rommel, 12 gulden en 60 cent

-          Op de zolder boven de keuken: bakken en manden met erwten, spurriezaad en rogge, 13 gulden en 50 cent

-          In de oude keuken: aanrecht, rommel, 8 gulden en 50 cent

-          In de kelder: 2 planken, stoelen, tafel, 1 gulden en 40 cent

-          In de bakkerij: koperen braadpan, waskuip, 12 gulden en 80 cent

-          In de gang: staande klok, 35 gulden

 

Het is dan 3 uur en de volgende dag, 2 september 1842, wordt verder gegaan met de opname

 

-          Alsnog in de stal: 3 koebakken en snijbak, 1 gulden

-          In de zijkamer op de koepel, rechts van de trap: oa. ledikant, strozakken, stoelen, bed, spiegel, 42 gulden en 80 cent

-          In de zaal: oa. theestoven, lampetkan, soepterrines, kopjes, stoelen, tafels, spiegels, cariatide, 2 houten leeuwen, klederen en lijfstoebehoren (voor Hendrika, 20 gulden), totaal 119 gulden en 70 cent

-          In de zijkamer op de koepel, links van de trap: oa. damast tafellaken gemerkt J:C:1 en 24 servetten gemerkt J:C:24 (80 gulden) en nog 8 tafellakens met servetten, lakens, spreien, slopen, 36 flessen eau de cologne (2 gulden), een partij gebloemd papier en ornamentstrookjes, totaal 360 gulden en 10 cent

-          Op de zolder boven de koepel: een partij vlasbollen met zaad, 11 gulden

-          Tijdens de verzegeling gevonden: 37 gulden en 15 cent

-          Zilverwerk: theeservies met Brabantse keur (84 gulden), 16 lepels (60 gulden), theelepels, suikerstrooier,broekgesp, ‘medailje van eener paternoster’, totaal 323 gulden en 80 cent

-          Goud: trouwring van de overleden echtgenoot, medaillon, oorknoppen, vier snoeren bloedkoralen met goudslot, 15 gulden en 60 cent

-          Juwelen: 5 ringen met steentje en pareltjes, oorringen, koffijkan, suiker en zoutvaatje, 101 gulden en 70 cent

-          Papieren: papieren van transport van percelen teelland en houtbos (17 stuks) in Boxtel en Sint Oedenrode, en van een huis in Den Bosch. Papieren van rekening courant 1392 gulden en 27½ cent

 

Het eindbedrag van de schatting van de inboedel is 2189 gulden en 60 cent

 .

Noord Brabander 8-9-1842.JPG

Advertentie Noord Brabander 8 september 1842

 

 Op 14 september 1842 wordt een gedeelte van de ‘deftigen inboedel’ in Huize Montfroid bij opbod verkocht. Van 9 uur ’s ochtends tot 4 uur ’s middags worden 222 stuks geveild, het meeste voor bedragen rond de 1 gulden. De volgende dag vanaf 9 uur worden nog eens 200 stuks geveild. De opbrengst is 1221 gulden en 15 cent

 

3. Het vervolg

 

Hendrica heeft alleen aan de drie jongste kinderen van haar broer iets nagelaten, allen geboren na de dood van haar eigen zoon. Er waren nog drie nichten in leven, waarvan de jongste, Maria van Hemmen, bij haar huwelijk in Rotterdam in 1838 een verklaring van armoede krijgt. Hierin staat dat zij in zodanige behoeftige omstandigheden verkeert dat zij niet in staat is om de kosten der akten, benodigd voor het voltrekken van het huwelijk, te betalen.

 

Wat is er van de drie erfgenamen geworden? Behalve een deel van de inventaris en de opbrengst van de verkoop hebben ze ook grond geerfd. Jan Jacobus trouwt twee maanden later met Gertrudis Bakkers in Den Bosch. Als hij trouwt is hij nog molenaarsknecht in Gemonde, later wordt als beroepen vermeld: winkelier in kruidenierswaren in Den Bosch, herbergier en tapper in Woensel, en metselaar in Rotterdam, waar hij overlijdt.

Hendrika zat blijkbaar ook op het geld te wachten, ze trouwt een maand later met Adriaan Pennings uit Dinther. Ze overlijdt in Dinther op 2 juni 1901 en laat dan aan roerende en onroerende goederen na voor een waarde van 2800 gulden, en een hypothecaire schuld van 1532 gulden.

Peter Johannes was in 1842 bakkersgezel in Waspik. Hij trouwt in 1844 met Adriana Schellekens uit Gemonde. Ze blijven in Gemonde wonen, op de grond die ze geërfd hebben. Peter Johannes is bakker in Gemonde, en later landbouwer. Hij is de stamvader van de van Hemmen tak die zich later verspreid heeft in Sint Michielsgestel, Boxtel en Schijndel, allen gelegen rondom Gemonde. En dat allemaal vanwege de erfenis van tante Hendrica.

 

De memorie van successie van Jacobus Couwenberg komt uit het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) in Den Bosch. De testamenten en akten van Hendrica van Hemmen komen uit het BHIC in Veghel, regesten opgemaakt en kopieën aangeleverd door Willie Damen van de Mosselaer Archiefcollectie.

 

terug naar beginpagina